Een landelijk onderzoek onthult dat
daders en
slachtoffers van online pestgedrag en seksueel grensoverschrijdend gedrag erg op elkaar lijken. Het onderzoek werd gedaan door de Hogeschool NHL in Leeuwarden in het kader van het project Jeugd & Cybersafety. Er werden 6000 jongeren ondervraagd in 2011. Twee jaar later wilde 300 jongeren meedoen aan een vervolgonderzoek. Dat waren vooral autochtone VWO-jongeren met hoogopgeleide ouders, wat volgens de onderzoekers wel een vertekend beeld geeft. Desondanks bleek uit het eerste onderzoek al dat zowel daders als slachtoffers van nare dingen via internet hetzelfde probleemgedrag vertonen. Sommige zijn zelfs zowel dader als slachtoffer. Ongeveer de helft van de jongeren heeft online problemen gehad. Ze lijken minder grenzen in de cyberwereld te ervaren dan in het echte leven en ze hebben een slechtere relatie met hun ouders. Ze geven bovendien aan een lagere zelfcontrole te hebben dan jongeren die op internet niets vervelends meemaken. Volgens de onderzoekers vertaalt zich dat in concentratieproblemen en het snel toegeven aan impulsen, oftewel het ervaren van weinig remmingen, en het al snel vestrekken van persoonlijke gegevens. De problemen in de cyberwereld betrof alle soorten scholieren: van vmbo tot vwo. Wel werden vmbo-scholieren vaker online gepest. Maar meestal gaat het goed. "Bijna de helft van de jongeren ervaart nooit probleemgedrag. Als het al gebeurde dat er via internet een ontmoeting werd geregeld, ging het meestal om leeftijdsgenoten en met wederzijdse instemming. Niet alles is vervelend of berokkent schade" aldus de onderzoekers. "Het spookbeeld van ouders is zo'n man als de onlangs aangehouden Frank R. uit Cuijk. Maar als jongeren zeggen dat hen is gevraagd om uit de kleren te gaan, is het meestal door een vriendje of vriendinnetje van de eigen leeftijd. Niet alles is vervelend of berokkent schade. Misbruik komt natuurlijk voor, maar dat zijn echt incidenten en in die zin is dat een geruststellende bevinding."