In de derde stad van Syrië, Homs, lijkt woensdag voorlopig een einde te komen aan de burgeroorlog. De rebellen die zich verschansten in het oudste deel van de historische stad en al lange tijd door regeringstroepen werden belegerd, verlaten Homs na een deal met het regime. Ze gaan met bussen naar streken ten noorden van de stad waar rebellen de overhand hebben.
Bij het begin van de opstand tegen de regering van president Bashar al-Assad stroomden tienduizenden mensen in april 2011 het centrale plein op om er hun afkeer van Assad te betuigen. Regeringstroepen en -milities raakten er snel slaags met rebellen en begin mei 2011 al begon het leger er met belegeringen. De stad verwierf de bijnaam: hoofdstad van de revolutie. In februari 2012 had het leger het grootste deel van de stad weer in handen.
Ruim 2 jaar later blazen de rebellen de aftocht uit hun laatste bolwerk, de oude stad die grotendeels is verwoest. De eerste opstandelingen zijn woensdag uit het oude centrum geëvacueerd. In het centrum woonde de Nederlandse pater Frans van der Lugt die in april waarschijnlijk door jihadisten werd vermoord. De laatste bewoners van het centrum lijden onder een tekort aan vrijwel alles.
Maar ondertussen kijkt de Syrische minister van Toerisme, Bisher Yazigi, vooruit. Yazigi voorziet volgens het staatspersbureau SANA deze zomer al een goed toeristenseizoen dankzij activiteiten die er onder meer zijn gepland in de beroemde citadel, het kruisvaarderskasteel Crac des Chevaliers. De gouverneur van Homs, Talal al-Barazi, vindt zijn provincie ook ,,een toeristisch oord bij uitstek''. Het leven en het toerisme keren er terug, aldus de gouverneur.