Tijdens de coronacrisis zijn honderden intensive care-medewerkers ander werk gaan doen. Gemiddeld stopte per ziekenhuis 15 procent van het ic-personeel tijdens de pandemie, meldt vakblad Zorgvisie op basis van een peiling onder Nederlandse ziekenhuizen. Daarvan deden er 29 mee.
Bij het St. Antonius Ziekenhuis, met vestigingen in Utrecht en Nieuwegein, nam volgens de enquête zelfs 30 procent van de ic-medewerkers afscheid van de functie. Slechts vier ziekenhuisorganisaties wisten al hun gespecialiseerde ic-personeel vast te houden: Pantein, Slingeland, Isala, Ziekenhuis Rivierenland.
Volgens Zorgvisie ging een klein deel van de vertrokken ic’ers met pensioen, maar was voor de meesten de werkdruk te hoog. Vaak blijven ic-medewerkers die ermee stoppen wel in de zorg actief. Een deel kreeg een andere functie in hetzelfde ziekenhuis. Ic-medewerkers stapten ook over naar de Spoedeisende Hulp, de ambulancedienst of een klinische afdeling. Sommigen zochten elders een baan, bijvoorbeeld in het onderwijs. "Of ze werden zzp’er waardoor ze hun werktijd beter konden reguleren", aldus Zorgvisie.
Door het grote verloop is bij diverse ziekenhuizen de ic-capaciteit nu kleiner dan voor de coronacrisis.