Minister Lilianne Ploumen (Ontwikkelingssamenwerking) vindt de ,,massaliteit en het individuele leed'' van
vluchtelingen in Noord-Irak dramatisch. Ploumen heeft dat zaterdag gezegd na een tweedaags bezoek aan diverse vluchtelingenkampen in het gebied. In totaal 1,8 miljoen mensen hebben huis en haard moeten verlaten als gevolg van de
terreur van IS.
Minister Ploumen bezocht achtereenvolgens locaties waar christelijke ontheemden, yezidi's en vluchtelingen uit Syrië worden opgevangen. Ze reisde daarvoor eerst naar Erbil, vervolgens naar de regio Dohuk.
De voedselsituatie is volgens Ploumen voorlopig redelijk onder controle. Maar er is grote behoefte aan zaken als kleding, goede huisvesting, verwarming en meer kookmogelijkheden. ,,Temeer omdat de winter eraan komt en die hier heel koud is’’, aldus Ploumen.
Overleg
De minister heeft in Erbil, hoofdstad van de Koerdische regio In Irak, ook overleg gehad met vertegenwoordigers van internationale vluchtelingenorganisaties en Nederlandse hulporganisaties. Ook had zij een ontmoeting met de premier van de Koerdische regio.
Het kabinet heeft dit jaar in totaal ruim 17 miljoen euro uitgetrokken voor noodhulp en een programma om delen van Noord-Irak te ontmijnen. Daarnaast is Nederland een belangrijke donor aan de noodhulpfondsen van de VN en het Rode Kruis. Ook van dit geld gaat een deel naar mensen in deze regio.