Polen en Hongarije hebben een belangrijke rechtszaak verloren over het inhouden van EU-subsidies voor lidstaten die de rechtsstaat uithollen. EU-landen mogen worden gekort als bijvoorbeeld rechters er niet onafhankelijk hun werk kunnen doen of als er sprake is van corruptie, oordeelt de hoogste Europese rechter. Het zogeheten conditionaliteitsregime moet voorkomen dat EU-geld bijvoorbeeld door corruptie of vriendjespolitiek in verkeerde handen komt. De EU-leiders waren het in 2020 eens geworden over de invoering van zo'n mechanisme voor EU-geld, met Nederland als een van de voortrekkers. De Poolse en Hongaarse leiders stemden ermee in op voorwaarde dat het EU-hof zich erover zou uitspreken. De nieuwe regel is al ruim een jaar van kracht, maar is nog niet in stelling gebracht. De Europese Commissie heeft Polen en Hongarije afgelopen najaar al wel gemeld wat er volgens haar schort aan hun omgang met de regels van democratie en rechtsstaat. Polen tast de onafhankelijkheid van rechters aan en in Hongarije constateert de commissie belangenverstrengeling en corruptie.