In 1948 dreigde de eerste naoorlogse Grand Prix op Zandvoort te moeten worden afgelast, omdat de regering het nuttiger vond bouwmateriaal te gebruiken voor woningbouw dan voor een race-feestje. Maar ook toen was er een prins Bernhard om het feestje te redden.
Op 13 februari 1948 was er een vertrouwelijk overleg tussen de gemeente en de Prins Bernhard Stichting, die financiële steun leverde aan veteranen. Daar werd afgesproken dat de stichting de autoriteit van haar naamgever zou inzetten bij de ministeries van binnenlandse zaken en financiën om te benadrukken dat de autowedstrijden in Zandvoort ‘een meerzijdig landsbelang’ hadden – met succes. En als beloning kreeg zijn stichting 20.000 gulden van de gemeente Zandvoort.
Trouw doet er nauwgezet verslag van.
Bron(nen): Trouw