Jongeren worden steeds lastiger, blijkt uit internationaal onderzoek. Een Belgische psycholoog en een kinderpsychiater pleiten voor de terugkeer van het ouderlijk gezag. Kinderpsychiater Peter Adriaenssens legt in uit dat ongeveer een kwart van de pubers tegenwoordig probleemgedrag vertoont. "Leerkrachten stellen vast dat hun taak steeds zwaarder wordt. Ze zien zich, net als wij, de hulpverleners, vaker dan vroeger geconfronteerd met probleemgedrag." Net als de Vlaamse psycholoog Paul Verhaeghe ziet hij graag dat volwassen meer gezag krijgen over jongeren. "De term gezag is in diskrediet geraakt, ook omdat wij die verwarren met macht. Wij hebben dat machtsmodel terecht afgewezen en zijn in de plaats daarvan gaan inzetten op overleg en communicatie. De resultaten daarvan zijn ronduit spectaculair. De taalvaardigheid en de assertiviteit van jongeren zijn in héél korte tijd enorm toegenomen. Dat is op zich een goede zaak, maar we dreigen daarbij wel iets belangrijks te vergeten: de grens moet deel zijn van de opvoeding, gezag blijft aan de orde. Wij moeten jongeren ook durven tegen te spreken, en waar nodig de
mond snoeren, want als we daaraan verzaken mondt die verbale assertiviteit te vaak uit in agressie." Hij legt uit: "De grote mond en oppositie van jonge kinderen wordt door ouders aangemoedigd en bewonderd als een vorm van intellect. In elk gedichtje dat het kind voordraagt, wordt de toekomstige Nobelprijswinnaar herkend. Tegenspraak en frictie, als oefeningen voor de echte wereld, zijn er vaak te weinig. Terwijl onze opvoedende taak net daarin zou moeten liggen. Kinderen moeten gezag leren ervaren als iets wat hen helpt om tot goede beslissingen te komen, liefst zo jong mogelijk. Als we hun gsm-gebruik niet aan banden leggen op hun achtste, lukt dat heel zeker niet meer op hun dertiende," besluit de psychiater.