De rechter doet woensdagmiddag schriftelijk uitspraak in het kort geding van het Tweede Kamerlid Nilüfer Gündoğan tegen de fractie van Volt. Gündoğan heeft geëist dat Volt het besluit om haar uit de fractie te zetten terugdraait. Ook eist ze een rectificatie van beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag en een voorschot op een schadevergoeding voor reputatieschade. Gündoğan werd zaterdag 28 februari uit de Volt-fractie gezet, omdat zij zich volgens de partij schuldig had gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag. Eerder al werd ze geschorst als fractielid. Volgens Volt zou Gündoğan zich schuldig hebben gemaakt aan "handtastelijkheden, ongewenste seksuele avances, intimidatie en misbruik van positie". Het besluit om haar uit de fractie te zetten heeft Volt gebaseerd op in totaal dertien meldingen van voormalig leden van het landelijk bestuur, een medewerker van de Tweede Kamerfractie, vrijwilligers en personen die actief zijn in een lokale afdeling van de partij. Drie van de meldingen gingen over seksuele avances die de politica zou hebben gemaakt. Bij twee meldingen ging het over structurele opmerkingen over seksuele geaardheid en uiterlijk. Drie melders claimen dat het Kamerlid handtastelijk is geweest door ze "een tik op de billen" te hebben gegeven. Gündoğan zei na afloop van de zitting zich niet te herkennen in de klachten. Wel erkende ze dat ze "soms wat directief" is, en wellicht heeft "gefoeterd" als iemand bijvoorbeeld een deadline niet haalde. "Maar de bulk van de klachten dateert van voor mijn Kamerlidmaatschap." Gündoğan hoopt op naamzuivering. Volt liet onderzoek doen naar de meldingen en concludeerde dat het Kamerlid niet kon aanblijven. Gündoğan wilde niet aan dit onderzoek meewerken omdat ze geen vertrouwen had in het onderzoeksbureau en lange tijd niet wist waarvan ze werd beschuldigd. Volgens haar advocaat Geert-Jan Knoops heeft Volt onrechtmatig gehandeld. Hij sprak tijdens het kort geding van een "staatsrechtelijke nucleaire bom onder de politieke carrière van Gündoğan".