In Sri Lanka is in de jaren tachtig op grote schaal gehandeld in adoptiebaby's. Vrouwen zijn zwanger gemaakt op babyfarms waarna de kinderen werden verkocht. Ook zijn kinderen bij hun ouders weggehaald. Dat heeft de regering van Sri Lanka toegegeven, zo meldde Zembla gisteren. "Er bestonden toen veel farms. Daar werden de baby's verzameld en verhandeld'', bevestigt minister van Volksgezondheid dr. Rajitha Senaratne. Om de baby's ter adoptie aan te bieden werden 'acteermoeders' gebruikt. Deze vrouwen kregen geld als zij zich voordeden als moeder van een baby en het kind ter adoptie aanboden. "Ik kreeg er 2000 roepies voor'', zegt een van de 'nepmoeders' voor de tv-camera. Hierdoor is het voor veel adoptiekinderen bijna onmogelijk hun biologische ouders terug te vinden. Senaratne neemt daarom het initiatief voor een dna-bank die kan helpen kind en ouders te herenigen.
Zembla meldt dat er in de jaren '80 meer dan 11.000 baby's uit Sri Lanka zijn ondergebracht bij adoptieouders in het buitenland. Vierduizend van hen kwamen terecht in Nederland, veel andere kinderen gingen naar Groot-Brittannië, Zweden en Duitsland.