Gesloten metrostations, afval op straat en gaten in de weg, zowel toeristen als inwoners hebben helemaal genoeg van de bende in Rome. Inwoners, waaronder paus Franciscus, klagen al langer steen en been over de (verval) van de eens zo stralende Italiaanse hoofdstad. Het woord wordt vaak gebruikt om de staat van verval te omschrijven waarin de stad verkeert. Oude gebouwen zijn besmeurd met graffiti, parken liggen er belabberd bij, op straat ligt vuil en bussen komen niet of veel te laat opdagen. Toeristen pikken het niet meer. Ze klagen over de hoge toeristenbelasting die oploopt tot 7 euro per nacht voor een vijfsterrenhotel. De toeristentax is de hoogste van Europa zonder dat bezoekers daar iets voor terugkrijgen. Nu het hoogseizoen nadert zijn mensen het meest kwaad over de drie gesloten metrostations in het historische centrum. Al tijden zijn er werkzaamheden gaande vanwege slecht functionerende liften. Daardoor is een deel van het stadscentrum slecht bereikbaar. Tomasso Tanzilli, directeur van de Romeinse afdeling van Federalberghi, de Italiaanse hotelassociatie, begrijpt de boosheid: "We hebben al heel lang problemen met verwaarlozing en vervuiling, maar in een moderne hoofdstad is het ondenkbaar dat drie belangrijke metrostations in het centrum gesloten zijn," vindt hij. "Er zijn al veel beloftes gedaan, maar er is nog altijd geen teken dat ze weer open gaan." Tanzilli vervolgt: "De wanorde bestaat al langer, maar het is duidelijk dat het steeds erger wordt als er niets wordt opgelost. De afgelopen twee jaar hebben we dingen in verval zien raken. De problemen stammen uit het verleden, maar worden nu pas goed zichtbaar." Ondertussen banen toeristen zich een weg door het vuil en de gaten. Het metrostation kunnen ze immers niet bereiken.