Kardinaal Simonis wist al veel eerder dan gedacht van misbruik in de katholieke kerk. Hoewel de kardinaal dat in 2010 nog ontkende, blijkt uit zijn biografie dat hij wel degelijk al op de hoogte was. Dat schrijft Trouw zaterdag.
De biografie, van de hand van Ton Crijnen, is deze week verschenen. Simonis (aartsbisschop van Utrecht van 1983 tot 2007) kreeg in 2000 een brief over misbruik door toenmalig hulpbisschop Jan Niënhaus. In 2010 werd Simonis in het tv-programma 'Pauw en Witteman' bevraagd over het seksueel misbruik in de rooms-katholieke kerk. 'Wir haben es nicht gewusst', zei de kardinaal toen. In zijn biografie stelt hij nu het tegendeel. "Het nieuws was schokkend en pijnlijk", blikt Simonis terug op de beschuldiging aan Niënhaus' adres. Na overleg met zijn rechterhand vicaris-generaal Piet Rentinck (een goede vriend van Niënhaus) besloot Simonis de hulpbisschop 'bij gebrek aan bewijs' niet met de brief te confronteren. Niënhaus was op dat moment ernstig ziek en overleed twee maanden later. Het zou de tweede keer zijn dat blijkt dat Simonis al vroeg op de hoogte was van het misbruik. In 2011 bleek dat hij in 1991 een pedoseksuele priester in bescherming had genomen.