Ondanks de angst voor terreuraanslagen hebben in Israël zaterdagavond toch weer tienduizenden mensen gedemonstreerd tegen de regering van premier Benjamin Netanyahu. De grootste menigte had zich opnieuw verzameld in Tel Aviv maar de protesten klonken ook in andere steden, waaronder Jeruzalem bij de woning van president Isaac Herzog. Volgens de Israëlische media staken de betogers kaarsen aan en hielden ze een minuut stilte ter nagedachtenis van de zeven gelovigen die vrijdag na de sabbatviering door een Palestijn met een vuurwapen om het leven werden gebracht. De schietpartij had plaats voor een synagoge in Oost-Jeruzalem. De actievoerders keerden zich ook nu tegen de plannen van het kabinet het rechtssysteem in het land te ontkrachten. Minister van Justitie Jariv Levin wil dat een meerderheid in het parlement, momenteel uiterst rechts en conservatief, wetgeving moet kunnen goedkeuren, ook al zou die volgens het Hooggerechtshof in strijd zijn met de grondwet. Levin wil bovendien de samenstelling wijzigen van het college dat rechters benoemt. Hij verwijt het Hof tevens bovenmatige inmenging in politieke besluitvorming. Tegenstanders waarschuwen dat uitvoering van die voornemens een einde maakt aan de democratie in Israël. Dat deden ze zaterdag al voor de vierde keer op rij. Een aantal demonstranten leverde tevens kritiek op de omgang met Palestijnen. "Met bezetting bestaat democratie niet", stond op een plakkaat.