ARNHEM (ANP) - Het Openbaar Ministerie heeft vrijdag tegen een 46-jarige voormalige inwoner van Deventer een celstraf van zes maanden geëist voor het doden en slachten van schapen in weilanden in het Gelderse Wilp. Tegen zijn 38-jarige vrouw eiste de officier van justitie vijf maanden cel. De officier van justitie noemde de slachtpartijen luguber.
De beide uit Roemenië afkomstige verdachten waren niet bij de strafzaak in de rechtbank in Arnhem aanwezig, ze staan niet meer in Nederland ingeschreven en zijn niet traceerbaar voor justitie.
Schapenhouders in Wilp vonden tot hun afgrijzen in juli 2020 en maart 2022 kadavers van geslachte schapen op hun landerijen. Het was in een periode dat dit in het oosten van het land op zestien plekken gebeurde, onder meer in Aalten, Holten, Bathmen en Olst. "De eigenaren waren in alle staten", zei de officier. "Het opruimen van de resten van hun schapen was voor hen buitengewoon traumatisch."
DNA-spoor
Een DNA-spoor op een achtergebleven pootje van een ram leidde de politie naar de vrouwelijke verdachte. Haar DNA zat in de databank na een eerdere veroordeling voor diefstal. In de vriezer bij de verdachten thuis vond de politie in maart 2022 achttien stukken schapenvlees, die volgens de officier duidelijk niet afkomstig waren uit de supermarkt. Een van de stukken vlees bevatte hetzelfde DNA als een van de gedode schapen in Wilp. De man bekende na zijn arrestatie in een politieverhoor dat hij in Wilp in een weiland twee schapen had geslacht. Hij wordt daarnaast verdacht van de diefstal van messenslijpers bij een slager in Kootwijkerbroek. De politie vond de zogeheten slijpstalen bij de doorzoeking van zijn woning.
De rechtbank doet op 11 oktober uitspraak.