Het uitstellen van de tweede Pfizer-prik om zo vaccins over te houden om meer mensen alvast de eerste inenting te geven, is een risicovolle stap. Dat zegt hoogleraar vaccinologie in Groningen Anke Huckriede over de plannen daarvoor in België. Volgens de huidige voorschriften moet de tweede prik na drie weken worden gegeven om optimaal te werken.
De eerste prik geeft al wel enige bescherming, maar niet bekend is hoe lang die precies aanhoudt, legt de Groningse professor uit. Het kan volgens haar zijn dat de werking verdwijnt voordat de tweede prik komt en dan zijn mensen weer helemaal níet beschermd. Dan is het zogenoemde "immunologische geheugen" de eerste prik eigenlijk "vergeten".
De tweede prik moet ook op tijd worden toegediend om het nagestreefde 'booster-effect' te bereiken, waardoor de bescherming zo goed mogelijk is. "Je zou eventueel nog kunnen denken: als iedereen de eerste prik heeft gehad, is in ieder geval iedereen een beetje beschermd, maar dat zou je met wiskundige modellen eerst moeten onderzoeken waarbij je al zou moeten weten hoe lang die eerste inenting werkt", overweegt Huckriede. Maar de tweede prik uitstellen is een stap die Huckriede zelf "niet zou nemen".
Groepsimmuniteit opbouwen
Belgische virologen gaan nu onderzoeken of de tweede inenting met het coronavaccin van Pfizer/BioNTech kan worden uitgesteld om zo sneller meer mensen een eerste dosis te geven.
Pierre Van Damme, vaccinexpert van het coronateam dat de Belgische regering adviseert, zei tegen de televisiezender Eén dat ze zo meer groepsimmuniteit willen opbouwen. "We gaan kijken of het mogelijk is om het tweede spuitje later te geven."
België wil met deze methode alle Belgen voor de zomer al een eerste inenting geven. De makers van het vaccin hebben benadrukt dat de tweede dosis nodig is om een goede dekking te houden. Bij één prik ligt de beschermingsgraad rond de 40 procent.