De Italiaanse
schrijver Umberto Eco die vrijdagavond op 84-jarige leeftijd overleed, was veel meer dan een schrijver. Eco kreeg bekendheid als auteur van romans als De naam van de roos (1980) en De begraafplaats van Praag (2010). Daarnaast was hij geleerde, kritische intellectueel en voorvechter van een verenigd Europa.
In 2012 kreeg de Italiaan de Vrede van Nijmegen Penning, die eens in de twee jaar wordt toegekend aan een internationale hoofdrolspeler voor de vrede op het Europese continent.
In zijn lijvige romans, die van de lezer wel enig concentratievermogen vergen, maakt Eco de Europese geschiedenis voor een groot publiek toegankelijk. Zo speelt De naam van de roos zich af in een middeleeuwse abdij en verkent hij de 17e eeuw in Het eiland van de vorige dag (1994). De begraafplaats van Praag speelt zich af in de 19e eeuw en gaat over de eenwording van Italië.
In zijn romans brengt Eco fictieve personen in contact met mensen die werkelijk hebben bestaan. Hij houdt van complottheorieën, vervalsingen en gevaarlijke documenten. De naam van de roos bijvoorbeeld is een detectiveroman in meerdere lagen. De monnik William van Baskerville lost met zijn assistent Adson van Melk, die het verhaal vertelt, een reeks moorden in een Noord-Italiaanse benedictijnenabdij op. Het scriptorium (de plaats waar de monniken boeken overschrijven) en de bibliotheek spelen een belangrijke rol in het boek, dat in 1986 werd verfilmd met Sean Connery als William.
Eco werd in 1932 geboren in Alessandria, een stadje in de Noord-Italiaanse regio Piemonte. Hij groeide op in een gezin van dertien kinderen. Eco studeerde middeleeuwse filosofie en literatuur en publiceerde in 1954 een proefschrift over de middeleeeuwse katholieke filosoof en geestelijke Thomas van Aquino. In 1966 werd hij hoogleraar semiotiek in Milaan. Die wetenschap houdt zich bezig met de betekenis van een teken, zoals een woord of handeling, in de literatuur, mode, film of het gedrag.
Eco geldt als een van de belangrijkste semiotici in de wereld. Hij schreef er verscheidene boeken over en organiseerde het eerste internationale congres over de tekenleer.
Eco mengde zich geregeld in het intellectuele debat in Italië. Hij nam onomwonen stelling tegen oud-premier Silvio Berlusconi en de macht van de Rooms-Katholieke
Kerk. Zo ondertekende hij in 2007 met andere kunstenaars een oproep aan de Italianen om geen geld meer te geven aan die kerk, maar het te schenken aan de geloofsgemeenschap van de Waldenzen. De kunstenaars beschuldigden de kerk ervan individuen hun ,,onherroepelijke vrijheden en burgerrechten'' te willen ontnemen.