In de Chinese Volksrepubliek wordt het begrip ‘zoekmachine’ wel heel letterlijk genomen. In een groot artikel in The New York Times Magazine (de weekendbijlage van de krant) valt te lezen hoe via ‘bulletin boards’ ware klopjachten worden georganiseerd op mensen die zich schuldig zouden hebben gemaakt aan dierenmishandeling, overspel of pedofilie.
Het fenomeen heet ‘renrou sousuo yinqing’ (‘menselijke zoekmachines’) en komt alleen in China op deze schaal voor. Het begint meestal met een berichtje dat door iemand wordt gepost op een webforum. Als genoeg mensen zich over het vermeende onrecht opwinden, gaan Chinese ‘wang min’ (internetburgers) proberen de identiteit van de verdachte te achterhalen. En als dat lukt, verplaatst de ‘zoektocht’ zich naar de echte wereld en wordt er een campagne op touw gezet om de betreffende persoon of personen op te sporen en te ‘straffen.’
Volgens deskundigen heeft deze praktijk in China zo’n hoge vlucht genomen doordat er eigenlijk geen echte publieke ruimte is, behalve op het internet. De overheid laat het allemaal oogluikend toe, omdat het een fijne uitlaatklep is voor allerlei frustraties die anders op een voor de autoriteiten riskantere manier naar buiten zouden komen.
Ook de corruptie op lokaal niveau kan zo handig worden aangepakt. Dat heeft dan weer veel weg van wat zich in China heeft afgespeeld tijdens de Culturele Revolutie, toen burgers openlijk werden aangemoedigd tegen ‘corrupte’ functionarissen in opstand te komen.