Wubbo Ockels, de eerste Nederlander in de
ruimte, is op 68-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van niercelkanker. Hij studeerde cum laude af in de wis- en natuurkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 1985 toog hij in de Challenger naar de ruimte. Daarna werkte hij bij het ruimtevaartinstituut ESA/ESTEC in Noordwijk en werd hij hoogleraar Lucht- en Ruimtevaarttechniek en Duurzame technologie aan de TU Delft en bijzonder hoogleraar in Groningen. Over zijn tijd in de ruimte zegt hij: "Vanuit de spaceshuttle zag ik dat onze atmosfeer slechts een dunne schil is die ons scheidt van een ijskoud en levensvijandig heelal. Het zag er broos uit en bleek ook broos te zijn. Ik besefte dat we onze eigen bescherming aan het vernietigen waren.” Ockels wilde na zijn ruimtereis een basis op de maan bouwen, maar de Europese ruimtevaartorganisatie ESA wilde niet. citeert: ''Ik heb gewoon tragisch gelijk. De aarde is geen beschermd park met een Chinese muur eromheen. Om te overleven moeten we verticaal groeien, de ruimte in. Het gaat om dromen en durven.'' Na zijn verblijf in de ruimte zette Ockels tal van ambitieuze duurzaamheidsprojecten op. Zo vond hij onder meer de laddermolen uit, een reusachtige vlieger die heel veel windenergie zou kunnen opwekken. Maar er kwam weinig van terecht, net als van de Superbus, die tot 250 kilometer per uur moest kunnen rijden. Hij had verder nog een zelfvoorzienend zeilschip, de Ecolution en was nauw betrokken bij het zonneautoproject Nuna. Ockels was volgens de man van grootse ideeën en met een hekel aan 'verlammend' Hollands calvinisme. Hij kwam daardoor regelmatig in conflict met collega-hoogleraren in Delft, die hem luchtfietserij verweten. Na zijn ruimtereis werd hij benoemd tot officier in de Orde van Oranje-Nassau. In 2004 werd hij 75e in de verkiezing van de Grootste Nederlander. Ook heeft de Internationale Astronomische Unie een planetoïde, 9496 Ockels, naar hem vernoemd. Ockels ontsnapte al eerder aan de dood. Zo ontplofte de Challenger tijdens de volgende ruimtevlucht, botste zijn vliegtuigje tegen een Airbus, kreeg hij een flinke
hartaanval en had hij al eerder kanker. Nadat de kanker terug was zei hij tegen het AD: 'Ik zit nu in mijn zesde leven en ben vastberaden daar ook weer uit te komen. Ik ben wel Wubbo Ockels. Die rare snuiter die altijd een uitweg weet.'