Yeşilgöz onder vuur over cijfers 'nareis op nareis' asielzoekers

Demissionair justitieminister Dilan Yeşilgöz (VVD) is in een debat met de Tweede Kamer flink onder vuur komen te liggen over haar uitspraken over gestapelde gezinshereniging. Vooral de oppositie neemt het haar uiterst kwalijk dat ze onjuiste cijfers heeft gebruikt. De oppositie vindt dat de demissionaire bewindsvrouw op zijn minst haar woorden moet terugnemen en excuses moet maken. PVV, NSC, BBB en haar eigen VVD-fractie zijn milder.

Nadat het kabinet-Rutte IV in juli vorig jaar over een strengere asielaanpak was gevallen, zei minister en VVD-leider Yeşilgöz dat er jaarlijks grote groepen verre familieleden van asielzoekers naar Nederland komen. Deze vorm van gezinshereniging wordt in politiek Den Haag 'nareis op nareis op nareis' genoemd. Ze herhaalde dat vaak in de verkiezingscampagne. Net voor de verkiezingen zei ze dat het om duizenden mensen per jaar ging. Uit cijfers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) blijkt dat het om slechts tientallen mensen per jaar gaat.

Vooral D66, GroenLinks-PvdA, SP, Volt en DENK nemen het de minister kwalijk dat ze maandenlang onjuiste informatie heeft verspreid en die tot op de dag van vandaag niet heeft gecorrigeerd. "We weten inmiddels dat de minister de cijfers zwaar heeft opgeblazen. Ik, de Tweede Kamer en Nederland zijn voor de gek gehouden, we zijn belazerd", fulmineerde Anne-Marijke Podt (D66). Andere Kamerleden van de oppositie noemden de uitspraken van Yeşilgöz een "politieke leugen" (SP), een "verzinsel" (Volt) en "onacceptabel" (PvdD).

Geen afrekening

Kati Piri (GroenLinks-PvdA) noemde het "losjes omgaan met de waarheid" door de minister "het ambt van minister onwaardig". DENK vindt dat de minister moet opstappen.

Dat gaat de aanstaande coalitiepartijen PVV, NSC en BBB veel te ver. PVV en NSC uitten wel kritiek op de gebruikte cijfers van de minister, maar het is geen "politieke doodzonde" (PVV) en "we streven naar een leer- in plaats van een afrekencultuur" (NSC).

Ook CDA en ChristenUnie vinden dat het hier niet om een afrekening moet gaan.