Islam Mitat vertelt hoe ze door haar man in de val werd gelokt. Ze verhuisden niet voor zijn
baan naar
Turkije, zoals hij beweerde, maar vertrokken naar IS-bolwerk Raqqa. Pas drie jaar later wist ze te ontsnappen. De 23-jarige Mitat studeerde in het Verenigd Koninkrijk natuurkunde toen ze met haar Britse echtgenoot Ahmed trouwde, destijds nog een moderne moslim in spijkerbroek die er geen probleem van maakte dat Mitat korte rokjes droeg. Maar dat veranderde snel. Al na drie maanden 'verraste' hij haar met een baan in Turkije. Zelf had ze wel zin in een avontuur. Dat ze in augustus 2014 rechtstreeks door zouden reizen naar het kalifaat had ze nooit gedacht. Haar man werd er jihadstrijder, zij moest de Britse jongeren opvangen die van huis waren weggelopen om IS-bruid te worden. Het was een verschrikkelijke tijd. Als ze eens boodschappen mocht doen, zag ze verminkte lijken of zogenaamde 'verraders' die op een plein werden opgehangen. "Het was hard om iemand voor je neus vermoord te zien worden. Overal lag bloed, verschrikkelijk." Op 8 oktober 2014 werd Ahmed ingezet in de strijd om Kobane. De volgende dag al kwam hij om het leven. Vorig jaar trouwde Islam met Abu Abdallah al-Afghani, een jihadstrijder met Indiase en Australische roots. Ze zag er een mooie kans in om haar ontsnapping tot een goed eind te brengen. Van hem hoefde ze niet meer bij de Britse vrouwen te blijven en mocht ze tussen de Syrische burgers gaan wonen. Het duurde een tijd voor ze het vertrouwen van haar Syrische buurtgenoten won, maar uiteindelijk hielpen ze haar te ontsnappen. Haar buren hadden bedacht dat ze Raqqa zouden verlaten met het smoesje dat ze naar een bruiloft moesten en zouden haar dan stiekem meenemen. Vandaar kon ze verder vluchten naar het kamp van de Syrische Democratische Strijdkrachten. Drie dagen later stapten beide vrouwen in Syrische kledij in een taxi. Islam besefte maar al te goed dat haar accent zou verraden dat ze een buitenlander was. Als ze gepakt werd, zou ze een executie riskeren. Maar de bewakers waren niet in hen geïnteresseerd. Er volgde een gevaarlijke tocht door een mijnenveld, onder de hoede van een smokkelaar. Bij zonsopgang zagen ze dan eindelijk de voorlinie van de Koerdische troepen. "Ik was zo blij. Stel je voor: gedurende drie jaar heb ik haast in een donkere grot gewoond. Nu was er weer licht." Islam hoopt met haar verhaal ongetwijfeld in een goed blaadje te komen bij de Britse inlichtingendiensten. Maar die twijfelen aan haar versie van de gebeurtenissen. Ze zal moeten bewijzen dat ze echt in de val is gelokt.