Oud worden, het is makkelijker dan je denkt als je deze eeuwelingen mag geloven. Ze liepen geen marathons,
dronken geen groenteshakes en ze hadden wel wat beters te doen dan yoga. De artsen Hans Van Hateren en Nanno Kleefstra spraken tien honderdjarigen en schreven er een boek over, zo vertellen ze in . Wat opvalt aan de oudjes? Ze leefden vooral heel gewoon. En ze hadden geen overgewicht. Maar ze aten wel vlees, dronken op zijn tijd een borreltje en de helft van de geïnterviewden heeft decennia lang als een ketter gerookt. Belangrijk detail volgens de artsen: daar zijn ze wel allemaal al lang geleden mee gestopt. Wat de ouderen verder kenmerkt is een actieve leefstijl, zowel vroeger als nu. De meesten komen van een boerderij waar ze veel lichamelijke arbeid verrichtten. Intensief sporten hebben ze geen van allen ooit gedaan. Maar ze hebben nog een gemene deler: Ze bezitten allen het vermogen gelukkig te zijn. Van Hateren: "Dat is een beetje het geheim van deze mensen: ondanks de ellende en de tegenslagen die ze gekend hebben, zijn ze toch in staat geweest om dat achter zich te laten en door te gaan – een belangrijke kwaliteit. Niemand van hen heeft zich ooit het hoofd gek laten maken. Het loopt nu eenmaal zoals het loopt. Met de
leeftijd word je vaak meer berustend, maar we hebben de indruk dat deze mensen dat op jonge leeftijd ook al waren."
Tevreden Opvallend is dat de oudjes zonder uitzondering met grote tevredenheid terugblikken op hun leven. Van Hateren: "Ook al hebben ze veel ellende gezien. Ik denk dat mensen tegenwoordig toch wel veel te veel willen: een paar keer per jaar op vakantie, een mooie auto en een groot huis. Onze ouderen, daarentegen, zijn tevreden met zeer weinig. Niet dat ze speciaal weinig hebben, maar ze genieten van kleine dingen. Dat je daar ook levensgeluk uit kunt halen, is het mooie en het inspirerende van deze mensen."