De Belgische wielrenner Philippe Gilbert heeft een gebroken knieschijf opgelopen bij zijn zware valpartij in de openingsrit van de Ronde van Frankrijk en gaat niet meer van start tijdens de tweede rit. Dat maakte zijn team Lotto Soudal bekend in de nacht van zaterdag op zondag.
Door de val kwam de voormalige wereldkampioen zaterdag op meer dan elf minuten van winnaar Alexander Kristoff over de meet in Nice. "Ik reed ongeveer op de twintigste positie in het peloton toen er voor mij een valpartij was", aldus Gilbert. "Ik slaagde erin om die valpartij te vermijden. Ik passeerde twee, drie gevallen renners en dacht dat het gepasseerd was. Maar toen vielen ze opnieuw en dit keer kon ik hen niet meer ontwijken. We lagen daar met 10, 15 renners... Ik probeerde meteen recht te komen, maar dat was onmogelijk. Ik wachtte daar een tweetal minuten, leunend op een vangrail. Toen ben ik alleen vertrokken zonder echt kracht te kunnen zetten op de pedalen. In een kleine groep van gevallen renners slaagde ik erin te finishen, zonder de anderen te kunnen helpen. Ik had pijn. Een pijn die ik herkende uit 2018..."
In de Ronde van Frankrijk van 2018 brak Gilbert dezelfde knieschijf bij een val in de afdaling van de Portet d'Aspet. Na de finish in Nice zaterdag en de eerste medische zorg door de teamdokter, werd Gilbert naar een medische eenheid gebracht waar röntgenfoto's geen grote problemen aan het licht brachten. Een MRI-scan in het ziekenhuis maakte echter duidelijk dat het om een breuk ging.
De eerste dag van de Tour is er een om snel te vergeten voor Lotto Soudal, met behalve de val van Gilbert ook die van zijn ploeggenoot John Degenkolb. De Duitser bleef na zijn crash buiten de tijdslimiet en mag zondag niet meer starten.