Doelpunten en records van Lionel Messi en Cristiano Ronaldo kleurden en bepaalden Barcelona - Real Madrid, de halfjaarlijkse topper in Spanje. Beide sterren scoorden tweemaal, vestigden daarmee persoonlijke records en zorgden tevens voor het gelijke spel van 2-2. Het verschil tussen de twee grootmachten bleef daardoor acht punten in het voordeel van Barcelona. De twee treffers van Messi betekenden zijn 99ste en 100ste in een thuiswedstrijd van Barcelona. Zijn eerste doelpunt in Nou Camp maakte hij op 1 mei 2005, als invaller tegen Albacete. Het totaal van de Argentijn kwam op 150 in 162 duels, naast de Primera Division ook voor de Spaanse beker, Super Cup en Champions League. Met de twee in deze laatste (122ste) El Clasico staat Messi nu op 17 goals tegen Real Madrid, ofwel tien voor de competitie, twee in de Champions League en vijf voor de Super Cup. De legendarische Alfredo di Stefano bezit nog altijd het record met een totaal van achttien goals in de Spaanse klassieker. Ook Cristiano Ronaldo speelde met records. Hij scoorde sowieso voor de zesde keer op rij in El Clasico, wat nog geen enkele speler ooit presteerde. De vedette van Real Madrid loopt nog wel achter op rivaal Messi. Hij produceerde tegen Barcelona tien treffers, maar kwam pas medio 2009 over van Manchester United. Voor de Spaanse kampioen trof hij sindsdien 160 keer het net in 155 wedstrijden, waarmee hij Messi weer aftroeft. In de huidige competitie lopen ze nu wel weer gelijk, met acht doelpunten in zeven duels.