Misschien was het wel een "stomme aanval", keek Tadej Pogacar terug op het moment in de wegrace van de WK wielrennen waarop hij de jacht op een kopgroep vanuit het peloton inzette. Eenmaal aangesloten liet de Sloveen zijn medevluchters op 50 kilometer voor de finish achter zich en soleerde hij in Zürich naar de wereldtitel.
"Ik kan haast niet gebeuren wat er vandaag is gebeurd", vertelde Pogacar in het flashinterview. "Na dit mooie seizoen had ik mezelf hier veel druk opgelegd, ook naar het team. We kwamen hier om te winnen."
Er waren nog 100 kilometer te rijden toen Pogacar uit de groep favorieten wegreed op jacht naar een aantal vroege vluchters. "Een stomme aanval misschien, maar gelukkig was Jan Tratnik er voor mij." Die Sloveen liet zich terugzakken en hielp zijn kopman de aansluiting vinden met de kopgroep. Daarin hield hij zich een tijdje rustig om daarna definitief weg te rijden. "Het was een gevaarlijke groep", verklaarde hij zijn onrust. "Die vroege aanval was zeker niet gepland. Ik wist niet goed wat ik dacht, maar ik reed sindsdien in een 'flow' en heb het nooit meer opgegeven tot het einde."
'Perfect jaar'
Het WK was het grote doel dit najaar. "Ik had al een perfect jaar met winst in de Giro en Tour, maar deze titel wilde ik zo graag. Het is gelukt, met dank aan de Sloveense ploeg. Zonder hen had ik het niet voor elkaar gekregen."
Pogacar is de derde man die het lukt in één jaar de Giro, Tour en WK-wegrace te winnen. Dat lukte eerder alleen de Belg Eddy Merckx (1974) en de Ier Stephen Roche (1987).