Schaatsicoon Ard Schenk (73) mikt bij de komende Winterspelen in Zuid-Korea op veertien medailles voor TeamNL. De drievoudig olympisch kampioen (Sapporo 1972) schatte Oranje in december nog op twaalf plakken in. ,,Maar na de EK shorttrack eerder deze maand in Dresden durf ik er wel twee bij op te tellen. De onvoorspelbaarheid is echter groot bij het shorttracken. Er kan veel misgaan, veel meer dan bij het langebaanschaatsen'', concludeert de rijzige Noord-Hollander, die met Kees Verkerk in de jaren zestig en zeventig een heldenstatus verwierf ('Ard en Keessie').
Schenk heeft groot vertrouwen in onder anderen Sjinkie Knegt, de kleurrijke Fries die bij de EK shorttrack een klasse apart was (vijf keer goud). ,,Hij is nuchter, maar ook onberekenbaar. Hij kan lang wachten, maar ook plotseling toeslaan. Het lijkt een beetje op een eindsprint in het wielrennen. Daar komt het ook aan op de laatste 200 meter. Wie de hardste kop heeft, wint.''
Schenk is in de loop der jaren een groot fan geworden van het shorttracken. ,,Ik was vorig jaar bij de WK in Ahoy. Dat was een geweldige show. Ik betrapte mezelf erop, dat ik ging staan en begon te juichen voor een schitterende inhaalactie van Sjinkie of Suzanne Schulting. Doorgaans blijf ik gewoon rustig zitten, of het moet bij een schaatstoernooi op de lange baan zijn, zoals vorig jaar bij de WK allround in Hamar. Dan ga ik nog weleens naar binnen, om wat te praten of wat te eten en te drinken. Dan kom ik pas weer naar buiten als het echt spannend wordt.''
Schenk ging aanvankelijk uit van vijf gouden medailles voor Oranje bij Pyeongchang 2018. Na de uitsluiting van de Russen Pavel Koelizjnikov (500 en 1000 meter) en Denis Joeskov (1000 en 1500 meter) verhoogde hij zijn prognose naar zes keer Nederlands goud. ,,Voor wie? Dat vind ik heel moeilijk in te schatten. Daar doe ik geen uitspraak over. Sven Kramer zal het op de 5 kilometer wel weer redden en ook de mannen op de ploegachtervolging zijn duidelijk favoriet. Maar de 10 kilometer bijvoorbeeld is wat mij betreft een open strijd. Ik kijk uit naar het gevecht tussen Kramer, Ted-Jan Bloemen en hopelijk ook weer Jorrit Bergsma. Ik verheug me echter het meeste op de kortere nummers, ook in het shorttrack. Die zijn zó enerverend en meeslepend, daar kunnen de lange afstanden niet tegenop.''