Serena Williams won zaterdag de Australian Open. Ze versloeg de Russische Maria Sharapova met 6-3 7-6. De Amerikaanse hardhitter pakt haar negentiende Grand Slam-titel en streeft daarmee Martina Navratilova en Chris Evert, elk achttien titels, voorbij. Ongetwijfeld is ze op jacht naar het record van Steffi Graf, die 22 Grand Slam-titels op haar
naam heeft staan. Haar eerste titel pakte de inmiddels 33-jarige tennisster al in 1999 toen ze voor de eerste keer de US Open won. Ze is met afstand de beste speler van haar
generatie. Naast negentien Grand Slam-titels in het enkelspel, veroverde ze er dertien in het damesdubbelspel en twee in het gemengd dubbel. Ze won vier Olympische gouden medailles (drie in het dubbel en één in het enkel). In totaal schreef ze 65 toernooien op haar naam. Wat maakt haar zo goed? Ze speelt agressief, met veel risico en pakt zo snel mogelijk de controle in een rally. Daarnaast heeft ze de hardste service van het vrouwentennis ooit. In 2012 sloeg ze op Wimbledon 102 aces. Verder is ze mentaal sterk. Ze presteert het regelmatig om terug te komen vanuit een haast onmogelijke achterstand en op cruciale momenten weet ze een ace te slaan. Op de jaren 2005-2006 na, toen ze geplaagd werd door blessures, behoort de huidige nummer 1 van de wereld al 15 jaar tot de absolute top van het vrouwentennis.