Twee derde van de Nederlandse oud-turners is tijdens trainingen vernederd en beledigd. Ze zijn voor gek gezet, gechanteerd en geïsoleerd. Dat staat in een vernietigend rapport in opdracht van de Koninklijke Nederlandse Gymnastiekunie. Er moeten excuses komen.
Maar niet alleen in het verleden, ook nu nog heeft de helft van de volwassen turners te maken met dwang, chantage of machtsmisbruik. Bij de minderjarigen is dat 30 procent. Vooral doortrainen bij blessures is een veelgehoorde klacht. Meisjes zijn zwaarder getroffen dan jongens.
Het rapport beslaat 400 pagina's en is uitgevoerd door onder meer hoofdonderzoeker Marjan Olfers, hoogleraar sport en recht aan de Vrije Universiteit, en Anton van Wijk, criminoloog, gespecialiseerd in zedenzaken. In totaal is met 179 mensen gesproken. Wat opviel: Hoe hoger het sportniveau, hoe meer sprake er is van grensoverschrijdend gedrag.
Stasja Köhler vertelde vorig jaar al aan RTL Nieuws hoe ze jarenlang door turncoach Gerrit Beltman werd gekleineerd, uitgescholden, vernederd en mishandeld. "Mijn vader was jong overleden. Als ik moest huilen, sloot hij me op in een kamertje. Als ik weer stil was, mocht ik weer komen."
Het probleem speelt wel meer bij turners uit eerdere generaties, dan bij de huidige sporters. De voormalige atleten kampen nu nog met PTSS en andere psychische en fysieke klachten.