Vanavond om 21 uur spelen de Belgen hun eerste wedstrijd op het EK tegen Italië. Voor wie onze zuiderburen in stijl wil aanmoedigen, is het handig om hun voetbaltaaltje te begrijpen. Zodat je weet wat ze bedoelen als het hebben over fusilleren. heeft daarom een verklarende woordenlijst gemaakt: – Een Vlaming bedoelt hiermee een voetballer – Wie de Rode Duivels steunt is een supporter, en wat doen die tijdens de wedstrijd? Juist supporteren. – De Vlamingen doen de Engelse oorsprong eer aan. Wel met een ‘a’ in plaats van een ‘e’. – Schot, verbastering van shot. – Aanvoerder, afkomstig van captain. – De man (of vrouw) die het team draagt, vooral op de moeilijke momenten. Begint ook langzaam in Nederland zijn. – Ingooien. Voorbeeldzin: ‘Ge moogt insmijten’. – Met een hard en onhoudbaar schot, ook wel ‘afstandsraket’, op doel de keeper verschalken, oftewel fusilleren. – Vieze overtreding, waarbij de benen van de tegenstanders gehaakt worden. – Een team dat zich terugtrekt om te verdedigen. – Bij ons beter bekend als een krulbal. – Noem het de lat, overeind gehouden door twee ‘staanders’. – Een uitwedstrijd spelen. – De brancard waarop gewonden spelers van het veld worden gedragen. – Een speler die als vervanger voor een geblesseerde teamgenoot het veld mag betreden. - De bal veroveren van een tegenstander. – Aan het shirtje trekken. – Doelman of keeper. – Een wedstrijd die zo slecht is dat je ervan gaat huilen. – De bal van richting veranderen. Ook wel bekend als basisspeler. - Scheenbeschermer – Doelpunt. – Een doelpunt maken. – Is de bal genet? Roep dan net als de Vlamingen ‘Binnen!’
Bron(nen): Metro