Lifi wordt mogelijk de opvolger van Wifi. Het is honderd keer zo snel, super veilig en het komt gewoon uit een lamp aan het plafond. Al in 2011 muntte Harald Haas, hoogleraar aan de University of Edinburgh, de term 'Lifi'. Hij wilde wereldmarktleider worden in de nieuwe technologie, maar lange tijd bleef zijn uitvinding beperkt tot een kleine nichemarkt. Dat gaat nu waarschijnlijk veranderen. Signify, het voormalige Philips Lighting, stort zich namelijk op de innovatieve internetmethode.
"Wifi gaat via radiogolven en Lifi via het licht van een lamp," legt Frank van der Vloed, CEO van Signify Benelux uit in weekblad Elsevier. "Dat laatste is veel stabieler, sneller en veiliger. Wifi gaat immers door muren heen. Neem een datacenter, een bank of een overheidsgebouw: als je net buiten het gebouw staat, kun je in principe in het wifi-netwerk inbreken. Bij Lifi gaat dat niet, daarvoor moet je binnen staan in het directe licht van de lamp."
Hij ziet tal van mogelijkheden, met name voor kantoren en openbare gebouwen. "Wifi is in een ziekenhuis onmogelijk vanwege de radiogolven die kunnen interveniëren met de ziekenhuisapparatuur. Met lichtgolven heb je dat niet. Daarnaast is het in het wifispectrum erg druk aan het worden, bijvoorbeeld op vliegvelden en in kantoren. Daar zou je met Lifi iets unieks kunnen aanbieden."
Lifi werkt alleen met de juiste led-verlichting. Vanaf dit najaar gaat het Brabantse bedrijf dan ook speciale led-armaturen verkopen, die naast verlichting ook een snelle internetverbinding leveren. In eerste instantie richt de lichtgigant zich vooral op kantoren en ziekenhuizen. Onder meer, omdat de lampen wel aan moeten staan om internet te kunnen leveren en de systeemplafonds in kantoren geschikt zijn om de benodigde ethernetkabel weg te werken. Dat is bij particulieren thuis allemaal veel lastiger.