Het Australische techbedrijf Appen beschikt over telefoon- en chatgesprekken van duizenden Nederlanders. Telecomdeskundigen stellen dat de communicatie is afgetapt door de Britse inlichtingendienst GCHQ en aan Appen is gegeven. Daarover schrijft . De gesprekken uit 2010 en 2011 zouden worden gebruikt voor het verbeteren van software die spraak naar tekst omzet. Een Nederlandse medewerker die in Groot-Brittannië voor het bedrijf werkte hoorde de Nederlandse conversaties langskomen. In één fragment hoorde ze zelfs haar ex-vriend die de voicemail van zijn nieuwe vriendin insprak. Hij bevestigt dat en zegt dat hij Vodafone nooit toestemming heeft gegeven voor het delen van zijn communicatie. Telecomexpert René Pluijmers van het Nationaal Forensisch Onderzoeksbureau denkt dat een veiligheidsdienst achter de data-diefstal zit. "De Britse dienst GCHQ tapt tientallen glasvezelkabels die ook uit Nederland komen en heeft sinds 1981 ervaring met spraakherkenning. Zij hebben een belang om gesprekken en data geautomatiseerd te identificeren. Aan Appen kunnen ze getapte gesprekken geven om de software te verbeteren die dit kan." Inlichtingendeskundige Constant Hijzen voegt daaraan toe. "Grotere geheime diensten hebben moeite met het verwerken van data. Het is logisch dat zij software willen ontwikkelen om die data sneller te gebruiken. Britse en Amerikaanse diensten werken regelmatig samen met het bedrijfsleven." Zowel Appen als Vodafone geven in een reactie aan niet samen te werken, maar willen niet zeggen of ze geen gegevens leveren aan of ontvangen van veiligheidsdiensten.