Waarom is iedereen ineens boos op Facebook?

Facebook weet heel veel over je. Hoeveel precies en wat er met die gegevens gebeurt heeft het bedrijf nu duidelijk opgeschreven en rondgestuurd aan al haar gebruikers. De nieuwe gebruikersvoorwaarden gaan in op 1 januari. Het is voornamelijk oude wijn in nieuwe zakken, maar toch zijn veel Facebookers boos. Voor wat het waard is, want wie de voorwaarden niet accepteert, heeft geen toegang meer tot het grootste sociale netwerk ter wereld. Bijna iedereen zal dus het verplichte vinkje aanklikken. Maar niet zonder een typisch Facebookprotest: mensen plaatsten de afgelopen dagen massaal een bericht op hun tijdlijn met onder meer de volgende verklaring: 'Voor commercieel gebruik van mijn foto's en teksten op Facebook is te allen tijde mijn schriftelijke toestemming vereist.' Juridisch niets waard en bovendien een beetje naïef. 'Vanaf het moment dat je Facebook gebruikt, ga je akkoord met de voorwaarden. Zo'n tekst doet daar niets aan af', zegt woordvoerster van Bits of Freedom Daphne van der Kroft in . 'De verbetering van de voorwaarden is vooral cosmetisch, er blijft nog steeds veel onduidelijk over wat Facebook met de gegevens doet', vervolgt Van der Kroft. 'De bewoordingen over het delen van gegevens met Facebookbedrijven Instagram en WhatsApp zijn supervaag. Hiermee houdt Facebook alle opties open.' Behalve over de koppeling met Instagram en WhatsApp zijn mensen boos over het gebruik van locatiedata door Facebook. Maar dat deed het sociale netwerk al, het staat nu alleen duidelijker in de voorwaarden. Facebook verzamelt ongelooflijk veel gegevens over zijn gebruikers en gaat daar steeds verder in om adverteerders op hun wenken te bedienen. Alleen met advertenties wordt immers winst gemaakt, de account is gratis. En voor niets gaat de zon op. Je betaalt dus niet met euro's, maar met persoonlijke data. De 1,32 miljard gebruikers hebben er tot nu toe maling aan. Ze zeggen hun account niet op, zeker niet bij gebrek aan een goed alternatief. Van der Kroft: 'Over ieder sociaal netwerk kun je goede en slechte dingen zeggen, maar het belangrijkste is dat er weer gezonde concurrentie op de markt komt. Pas dan kunnen we Facebook dwingen echt te veranderen.'

Bron(nen): Volkskrant