Delftse en Amerikaanse onderzoekers hebben een draadloze computer ontwikkeld die elektriciteit uit de lucht haalt. Dat meldt Het idee is niet nieuw. Eerder bedachten Amerikaanse onderzoekers al de WISP, een minicomputertje met een antenne, die energie kan halen uit een nabij gelegen zendstation, volwaardige berekeningen kan doen en telkens opnieuw kan worden geprogrammeerd. Alleen is dit apparaat niet echt draadloos. Want om hem te herprogrammeren, moet hij met een kabeltje worden aangesloten op een andere computer. Doordat de draadloze 'stroomvoorziening' sterk fluctueert, zijn er telkens korte onderbrekingen, waardoor betrouwbare datacommunicatie naar het apparaat niet mogelijk was. Onderzoeker Przemek Pawelczak van de TU Delft heeft samen met student Jethro Tan een protocol genaamd Wisent ontwikkeld dat dit probleem omzeilt. Het past telkens de
lengte aan van het rijtje data dat wordt gestuurd, afhankelijk van de verwachte pulslengte van het signaal waaruit de WISP zijn stroom haalt. Door niet telkens een lange reeks data te versturen, die geregeld wordt afgebroken door een microstroomstoring, maar de lengte aan te passen aan de tijd dat er elektriciteit beschikbaar is, kan een transfersnelheid tot 10 kilobits per seconde worden gehaald. Dat is genoeg voor het overbrengen van kleine bestanden. Wisent kan gebruikt worden op plaatsen waar
computers lastig bereikbaar zijn, zoals in een betonnen muur. Ook kan het een uitkomst zijn voor pacemakers.