Een kerstdiner is pas echt een kerstdiner als er een kaarsje brandt op tafel. Maar het is jammer als er kaarsvet op je mooie tafelkleed druipt of als de kaars al na een paar uur op is. Gelukkig is er een simpele manier om dat te voorkomen.
Vermoedelijk staat het zoutvaatje al op tafel dus dat is handig. Wacht als je een kaars hebt aangestoken tot er wat kaarsvet is gesmolten. Strooi vervolgens wat zout rond de lont en klaar is kees. Zo brandt je kaars niet alleen langer, hij druipt ook minder.
Het zout absorbeert namelijk de was, waardoor het niet op je tafel druipt. Ook branden je kaarsen zo gelijkmatiger en ontstaan er niet van die diepe gaten in het midden van je kaars.
Tenslotte zorgt het zout er ook nog eens voor dat er minder roet ontstaat. Het werkt als een katalysator waardoor de was efficiënter verbrandt.
Kleine toevoeging: bij het branden van kaarsen komt fijnstof vrij. Daarom adviseert het Longfonds om ledkaarsen te gebruiken.