UTRECHT (ANP) - De bed-bad-broodregeling die vreemdelingen opvangt, moet van de voorzieningenrechter voorlopig ook in Utrecht blijven bestaan. Daarmee weet een groep van honderd vreemdelingen dat de locatie voorlopig niet mag sluiten en ze per 1 januari niet op straat komen te staan.
Eerder oordeelde een rechter in Rotterdam hetzelfde over de opvang van afgewezen asielzoekers daar. Het kabinet had besloten vanaf januari geen geld meer te geven aan de gemeenten voor deze Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen (LVV). Maar de voorzieningenrechter stelt dat gebruik kunnen maken van bed, bad en brood zwaarder weegt dan het financiële belang van de minister.
De vijf gemeenten die de LVV verzorgen, vrezen dat bij sluiting mensen op straat terechtkomen. De vreemdelingen hebben gegroepeerd rechtszaken aangespannen. In Rotterdam ging het om 22 mensen. In Eindhoven gingen 27 vreemdelingen naar de rechter, maar daar heeft de gemeente gezegd de opvang voorlopig uit eigen middelen voort te zetten. Dinsdag dient de zaak in Amsterdam, later onderneemt advocaat Pim Fischer stappen in Groningen.
Faber
De minister van Asiel en Migratie vindt dat de LVV geen verplichting voor het Rijk is, Marjolein Faber zegt dat de vreemdelingen in een vrijheidsbeperkende locatie in Ter Apel terechtkunnen. Vreemdelingen hebben hiertegen bezwaar gemaakt. Tot daarover duidelijkheid is, mag de opvang in Utrecht niet sluiten, oordeelt de rechtbank Midden-Nederland.
Bovendien is er te veel onduidelijkheid of de vreemdelingen terechtkunnen in Ter Apel. Zo is niet bekend of ze voldoen aan de toegangsvoorwaarden en ook niet of daar voldoende bedden zijn. De minister heeft volgens de rechter ook niet onderbouwd dat de kosten in die locatie lager zijn dan wanneer de LVV in stand wordt gehouden.
Faber wil wegens de kerstvakantie niet op de uitspraak ingaan. "De minister is met reces en kan derhalve nu niet reageren", laat haar ministerie desgevraagd weten.