Jarenlang schalde de tekst 'Eens per jaar wordt
PSV kampioen' luidkeels door het Philips Stadion. Eindhoven gold na de eeuwwisseling als de voetbalhoofdstad van Nederland, met zeven kampioenschappen in negen jaar. Sinds het laatste feest in 2008 bleef het Stadhuisplein echter leeg en stil. Na zeven jaar vol frustraties, financiële problemen en koerswijzigingen is PSV nu dan weer de beste voetbalclub van Nederland.
Het contrast met een jaar geleden is groot. Van de hel naar de hemel, zo voelt het voor trainer Phillip Cocu en zijn selectie. Het eerste
seizoen onder Cocu liep uit op een drama. PSV was halverwege het voetbaljaar al op alle fronten uitgespeeld. Een opleving in de tweede seizoenshelft zorgde er nog voor dat de Eindhovenaren als vierde eindigden, maar het was een jaar om snel te vergeten. Zoals het seizoen daarvoor onder Dick Advocaat ook al was mislukt. Ondanks de terugkeer van Advocaat én Mark van Bommel wist PSV het jubileumjaar niet te bekronen met een titel. Voor de clubleiding reden om het roer helemaal om te gooien.
Van een 'koopclub' met oog voor de korte termijn veranderde PSV in een opleidingsclub waarin de toekomst centraal werd gesteld, vergelijkbaar met het beleid bij Ajax en Feyenoord. Cocu kreeg als beginnend trainer de taak om met veelal jonge spelers te gaan werken aan een succesploeg. Het werd voor de 101-voudig international een zwaar en ingrijpend leerjaar, ook vanwege de tumor die hem de laatste maanden van het seizoen aan de kant hield. Cocu verwachtte van zijn spelers dezelfde professionaliteit die hem altijd kenmerkte als voetballer, maar merkte al snel dat die 'losse aanpak' niet werkte. De jonge groep had meer leiding en sturing nodig.
Discipline
De trainer haalde de discipline aan en gaf minder ruimte voor verslapping. PSV versterkte zich afgelopen zomer bovendien met Luuk de Jong en Andrés Guardado, twee spelers met ervaring én karakter. Daarnaast paste Cocu zijn speelwijze aan. Van actie naar reactie, van volle kracht vooruit naar achterover leunen. Dat strijdplan bleek perfect te passen bij PSV. De ploeg van Cocu gunt de tegenstander het balbezit, om in de omschakeling toe te slaan.
Het elftal dat vorig jaar zeker in uitwedstrijden vaak verzaakte en bij de minste tegenslag al struikelde, is dit seizoen een bijna onverslaanbaar collectief. Meer dan eens trok PSV een wedstrijd in de slotfase naar zich toe of op het moment dat het met tien man speelde. Vaak maakte Memphis Depay het verschil, maar als de blikvanger eens in een mindere fase zat, stond wel weer een ander op. Het leidde ertoe dat al snel niet meer de vraag was óf PSV kampioen zou gaan worden, maar wanneer.
Een smetje op de landstitel is wel dat PSV de laatste maanden amper grote wedstrijden wist te winnen. In de competitie verloren de Brabanders van Ajax en Feyenoord; in de Europa League, waarin de club eindelijk weer eens overwinterde, bleek Zenit Sint-Petersburg veel te sterk. Met het oog op de aanstaande rentree in de Champions League was dat wel een pijnlijke les voor Cocu en zijn manschappen.