Vier op de tien profvoetballers in Nederland zeggen dat racisme en andere vormen van discriminatie regelmatig voorkomen in het betaald voetbal. 14 procent heeft er zelf mee te maken gehad. Bij spelers met een migratieachtergrond ligt dat aandeel met 25 procent nog hoger. Dat meldt het Mulier Instituut na een peiling onder 118 of profs uit de Eredivisie en Keuken Kampioen Divisie. Voor het onderzoek werden 1044 profs via hun aanvoerder benaderd. Hoewel lang niet iedereen heeft gereageerd, spreekt het Mulier Instituut over een representatief onderzoek, ook omdat velen spreken over een taboe en hebben aangegeven dat ze het een lastig onderzoek vinden om over te praten. Een kwart van de spelers geeft aan dat er binnen hun team weleens grappen of negatieve opmerkingen worden gemaakt over huidskleur, herkomst of geloofsovertuiging. De meningen verschillen of zulke grappen onwenselijk zijn. Taboe Een vijfde van de spelers geeft aan dat binnen het betaald voetbal een taboe heerst op het bespreken van vooroordelen en stereotypen op basis van huidskleur en herkomst. Deze mening komt vaker voor onder spelers met een migratieachtergrond (31 procent). Vooral deze spelers vinden het ook belangrijk dat er meer coaches, managers en bestuurders van kleur komen in het betaald voetbal (65 procent, tegenover 14 procent van de spelers zonder migratieachtergrond). Over de aanpak van racisme blijkt uit de enquête dat vrijwel alle profvoetballers vinden dat er moet worden opgetreden tegen negatieve uitingen van publiek of spelers over huidskleur, etnische herkomst of geloofsovertuiging. Spelers beoordelen de aanpak van racisme door de KNVB met een krappe voldoende. De aanpak door hun eigen club, medespelers en henzelf krijgt een ruime voldoende. Grootste belemmeringen Negatieve reacties van supporters, de publieke opinie en maatschappelijke normen en tradities worden als grootste belemmeringen gezien voor de aanpak van racisme. Slechts enkele spelers denken dat de clubs een belemmering vormen. Naast sancties wordt positieve aandacht vanuit de voetbaljournalistiek, de KNVB en clubs als de belangrijkste maatregel gezien die bijdraagt aan het bestrijden van racisme in het betaald voetbal. De KNVB was niet betrokken bij de peiling, maar is wel op de hoogte van de uitkomst. "Iedereen die discrimineert en anderen uitsluit hoort niet thuis in het voetbal", reageert de nationale voetbalbond. "Voetbal is een teamsport. Winst wordt samen gevierd en verlies wordt samen gedragen. Zonder tegenstanders, scheidsrechters, trainers en vrijwilligers is een wedstrijd niet mogelijk. Zonder toeschouwers en fans is betaald voetbal niet mogelijk." 8 miljoen mensen In Nederland zijn zo’n 8 miljoen mensen op de een of andere manier bezig met voetbal. "Iedereen speelt dus een rol en is welkom", stelt de KNVB. "Voetbal verbindt. Daar moeten we niet alleen heel trots op zijn, dat moeten we ook bewaken. Om discriminatie te bestrijden, hebben we de afgelopen anderhalf jaar twintig nieuwe of aangescherpte maatregelen ingevoerd. Zo is de termijn voor stadionverboden verdubbeld tot 10 jaar en spelers kunnen 5 tot 10 wedstrijden worden geschorst. Naast straffen werken we ook volop aan bewustwording, samenwerking en signalering." "We voeren ook persoonlijke gesprekken met profvoetballers om hun uit te leggen wat we allemaal doen op dit gebied en hen te vragen naar hun persoonlijke ervaringen en ideeën", meldt de KNVB. "De grens is helder: discriminatie en uitsluiting worden in geen enkele vorm getolereerd. Door ons niet en wat ons betreft door niemand. Dus laten we gezamenlijk zo snel mogelijk die 14 procent terugbrengen naar 0 procent. Want alleen de nul houden is acceptabel."