Uit eerder onderzoek was al bekend dat ADHD in sommige landen veel vaker voorkomt dan in andere. Nu blijkt dat dit vooral ligt aan de manier waarop de diagnose gesteld wordt en niet omdat er daadwerkelijk minder kinderen met ADHD zijn. In een recent onderzoek werd de diagnostiek en de behandeling in 10 landen met elkaar vergeleken: Australië, Brazilië, Canada, China, Duitsland, Israël, Nederland, Noorwegen, de UK en de USA.
In alle landen was sprake van een toename in het gebruik van medicatie, vooral van de langwerkende, duurdere middelen. In sommige landen worden medicijnen voorgeschreven door huisartsen, terwijl dat in andere landen in gespecialiseerde centra of GGZ-voorzieningen gebeurt. De Britse richtlijnen schrijven eerst psychosociale behandelingen in de eerste lijn voor.
Ook werd nagegaan hoe sociale, economische en culturele factoren de behandeling van ADHD beïnvloeden. Een duidelijk voorbeeld daarvan is hoe scholen symptomen van ADHD interpreteren en er op reageren. In Israël staat men tolerant tegenover hoge activiteitenniveau's in de klas. In China daarentegen wordt van kinderen verwacht dat ze stil zitten en urenlang geconcentreerd werken aan een taak. In Brazilië bekijken psychiaters ADHD vanuit een psychoanalytisch perspectief en dat heeft voor gevolg dat scholen weinig kinderen verwijzen. Het Braziliaans onderwijssysteem is ook sterk constructivistisch. Dat houdt in dat ze vinden dat kinderen met leer- en gedragsproblemen meer instructies en begeleiding van een leerkracht nodig hebben, omdat leren bij hen niet vanzelf gaat. Ze zien de problemen niet als een uiting van een onderliggende ziekte of stoornis.
Bron(nen): Medical Xpress