Zonder
Jezus, stal en herders zou niemand ooit van Betlehem hebben gehoord. Nu is het wereldberoemd en verdient het al eeuwen veel geld als bestemming voor mensen die naar de geboortegrond van Jezus willen. Maar die was niet daar. Het oudste evangelie, en historisch het meest betrouwbare noemt Betlehem in het geheel niet. Een tweede evangelie (van de 4) zwijgt ook over Betlehem en de maagdelijke
geboorte. De twee andere noemen Betlehem wel, maar helaas spreken de twee auteurs elkaar op zo’n beetje elk punt tegen. Want ze noemen Betlehem om hun verhaal rond te krijgen. Volgens de Joodse bijbel zou de verlosser uit Betlehem komen. En het gezin van Josef en Maria woonde toch echt in Nazareth. Lukas lost dat op door een volkstelling te verzinnen, die het voor Josef noodzakelijk maakte naar zijn geboortegrond te gaan. Een idioot verhaal: als het klopt zou er in het Romeinse rijk rond het jaar nul een enorme verplaatsing van mensen zijn geweest omdat de Romeinen de statistiek op
orde wilde hebben. Geen enkele andere bron heeft het daar over. De tweede evangelist die Betlehem noemt, Mattheus, lost het dan ook anders op. In zijn evangelie woonden de ouders echter altijd al in Betlehem en verhuisden ze na Jezus’ geboorte naar Nazaret.
Bijbelwetenschappers zijn het er wel over eens: mooi verhaal, die geboorte in Betlehem, maar het is verzonnen. Toch stromen sinds de 6e eeuw de mensen van heinde en ver naar Betlehem. Het is de bewoners van harte gegund te verdienen aan het mooie sprookje van de stal