Binnen 25 jaar vinden we sporen van buitenaards leven. Daar is ruimtewetenschapper Julien de Wit (29) van overtuigd. De veelbelovende onderzoeker werkte eerder aan het prestigieuze Massachusetts Institute for Technology (MIT), nu werkt de veelbelovende onderzoeker aan de universiteit van Luik met de beroemde ruimtetelescoop TRAPPIST. Waarom is hij zo zeker van buitenaards leven? "Er zijn tweehonderd miljard sterren, alleen al in onze Melkweg. Er zijn honderd miljard melkwegstelsels. Het zou wel heel pessimistisch zijn te denken dat onze zon daarvan de enige is die planeten heeft voortgebracht en onze planeet de enige waarop leven kan ontstaan. Ik geloof dat we binnen een jaar of tien bewoonbare exoplaneten zullen ontdekken met vloeibaar water en dat we binnen zo’n vijfentwintig jaar sporen van buitenaards leven zullen vinden. Op zijn minst zullen dat sporen van biomassa zijn. Als we echt geluk hebben, gaat het om intelligent leven." Hij noemt de zoektocht naar de bewoonbare planeten cruciaal voor het leven op aarde. "Ze bieden ons een nieuw perspectief zonder dat we er fysiek naartoe hoeven te gaan. De studie van die planeten zal ons mogelijkheden tonen die we met onze aardse vooroordelen zelf nooit hadden kunnen bedenken. Ze helpen ons in te zien hoe waardevol, zeldzaam en fragiel onze biosfeer is. Het feit dat ze er zijn en dat ze zo verschillend zijn, leert ons hoe weinig verschil er is tussen mensen onderling, of tussen ons en de rest van onze biosfeer. Als het goed is, kunnen we daardoor vermijden dat we ooit concreet moeten nadenken over de mogelijkheid om naar een andere planeet te verhuizen. Ik denk dat de tijd rijp is om die gedachtesprong te maken." Hij vervolgt: "Wij zijn de dominante levensvorm op aarde. Welke verantwoordelijkheid brengt dat mee? Hoe kunnen we helpen om onze biosfeer te beschermen? De beste manier om daartoe bij te dragen, is door onderzoek te doen dat het zelfbeeld van die dominante soort kan veranderen. Exoplaneten zijn een spiegel waarin de mensheid zichzelf kan zien." De Wit vindt dat de mens een beter soort moet worden. "Als dieren hebben we altijd geteerd op ons overlevingsinstinct. Vandaag hoeven we dat in principe niet meer te doen. We hebben de kennis en de technologie om met heel de wereldbevolking veilig en goed gevoed te leven. Als we dat in de praktijk brengen, kunnen we evolueren naar een nieuw soort mensheid, die niet voortdurend in een stresserende overlevingsmodus verkeert." "Onze voorouders waren terecht bang om zonder voedsel te vallen, of om opgegeten te worden. Nu dat niet meer hoeft, zijn we even gestrest om onze volle e-mailaccounts. Dat hoeft niet en het leidt ons af van belangrijker vragen, zoals de klimaatverandering of dreigende overbevolking. We zouden al veel verder staan als we dat zouden beseffen."
"Vandaag zijn we in staat om onze biosfeer te behoeden voor bedreigingen, zoals de inslag van een asteroïde. We zijn de eerste diersoort die daar iets tegen zou kunnen doen. Alleen zullen we ons daarvoor wel anders moeten leren te gedragen, niet als ruziënde kleuters, maar als een familie samenwerkende volwassenen."
Kunstmatige intelligentie Hij waarschuwt net als deskundigen als Stephen Hawking en Elon Musk voor de opkomst van kunstmatige intelligentie. "We kunnen maar beter hard gaan nadenken over de evolutie van artificiële intelligentie en van kunstmatige ingrepen in de menselijke genen. In beide gevallen gaat het om prachtige technologie, maar ik vraag mij oprecht af of de mensheid er op dit moment wel op een volwassen manier mee om kan gaan."
Een vraag die hij zichzelf stelt is: "Wie neemt hier de leiding: wij of de technologie? Door technologische vooruitgang kunnen we evolueren tot luie, consumerende en onnadenkende wezens, die alles aan technologie overlaten, als een soort passagiers op een cruiseschip, zoals de mensen in de Disneyfilm WALL-E. Is dat wat we willen?"
Bron(nen): De Standaard