Tsjernobyl 1986, de kernreactor ontploft. Het hele gebied wordt afgesloten, alleen vogels zijn niet tegen te houden. De hoge dosis straling veroorzaakt een ecologische ramp. Nu blijkt dat de vogels in het gebied zich hebben aangepast aan het hoge stralingsniveau. Franse onderzoekers schrijven in het vakblad Functional Ecology dat zij 150 van 16 soorten vogels hebben gevangen in het afgesloten gedeelte rondom Tsjernobyl. Het bloed, de veren en sperma van de vogels werden onderzocht en de vogels werden gemeten. Uit het onderzoek blijkt dat de vogels 'fitter en groter' zijn dan vogels van verderop. De onderzoekers constateerden ook de aanwezigheid van een anti-oxidant in het bloed: glutathion. Deze detoxificant komt normaal gesproken alleen bij zoogdieren voor en zorgt ervoor dat we schadelijke stoffen uitscheiden en beschermt zelfs tegen schade aan genetisch materiaal. Volgens de onderzoekers toont dit aan dat de vogels snel evolueren: De vogels met veel gluthathion in het bloed overleefden de straling en gaven de eigenschap door aan hun jongen. Dat de vogels groter waren, schrijven de wetenschappers toe aan een gebrek aan roofdieren in het gebied. De onderzoekers richten nu hun blik op de vogels rond Fukushima.
Bron(nen): Metro