Tot nu toe werd gedacht dat antidepressiva de beste methode waren om een depressie te bestrijden. Wetenschappers van het AMC komen daar nu op terug. De medicijnen kunnen beter worden aangevuld met een korte therapie om de kans op een terugval zo klein mogelijk te maken. Wie antidepressiva combineert met een preventieve cognitieve therapie van acht sessies loopt 41 procent minder kans op een nieuwe depressie dan wie enkel pillen slikt. Dat blijkt uit een studie van het AMC, de Rijksuniversiteit Groningen, de VU en het RadboudMC, die in Lancet Psychiatry verscheen. De wetenschappers bestudeerden wat het beste werkte: enkel medicijnen slikken, medicijnen combineren met preventieve gesprekstherapie of medicijnen afbouwen in combinatie met therapie. De kans op een derde, vierde of vijfde depressie was het kleinst met de gecombineerde behandeling. Opvallend is dat het afbouwen van antidepressiva in combinatie met therapie net zo goed werkt als het enkel doorslikken van medicijnen. In beide gevallen is de kans op een terugval 60 procent. Klinisch psycholoog Huub Buijssen, die niet betrokken was bij de studie, noemt de resultaten hoopgevend. Tegen de Volkskrant zegt hij: "In de wereld van terugkerende depressies is het een flinke stap voorwaarts als je de kans op terugval met 41 procent kunt verkleinen door naast de antidepressiva een speciale therapie van slechts acht sessies te volgen. Wat de studie ook laat zien, is dat mensen niet aangewezen zijn op het blijven slikken van antidepressiva. Gecontroleerd afbouwen in combinatie met preventieve cognitieve therapie is een volwaardig alternatief."