Nieuw onderzoek van de Nijmeegse Radboud Universiteit toont aan dat mensen die woorden leren in een nieuwe taal daarna moeite hebben om op woorden in een andere vreemde taal te komen. De enige remedie is om alle geleerde talen te blijven trainen.
“Je hoort weleens van mensen dat ze altijd goed Frans konden, tót ze Spaans gingen leren’, zegt psycholinguist Kristin Lemhöfer. “We wilden onderzoeken wat er nu eigenlijk gebeurt op zo’n moment en of we dat konden nabootsen in het lab. Nederlandse proefpersonen werden eerst getest op hun Engelse woordkennis. Vervolgens kregen ze de opdracht om een aantal van deze woorden ook in het Spaans leren. Daarna gingen we direct daarna kijken of die Engelse woorden waren weggezakt. We zagen vooral dat de snelheid van het woord zeggen achteruitging.”
Slaap poetst onbelangrijke kennis wegNa twee nachten slaap sijpelde er nog meer kennis weg. “Slaap doet heel veel met ons geheugen. Wat je overdag geleerd hebt, ga je ’s nachts bevestigen, dan ga je ook dingen uit je geheugen gooien die je niet belangrijk vindt”, legt Lemhöfer uit. De deelnemers waren na twee nachten slaap niet alleen minder snel, maar ook minder accuraat in hun Engelse woorden dan direct na het leren van de Spaanse woorden. “Je zou kunnen zeggen dat het Spaans in de weg zit, je kunt niet meer bij je Engelse herinnering.”
Uit eerder onderzoek weten we dat mensen dingen vergeten door competitie met andere herinneringen en door kennis niet te gebruiken. “Bij dit onderzoek zien we dat vooral die competitie met andere herinneringen het probleem is. De Spaanse woorden verdringen de Engelse en je kunt moeilijker bij de Engelse komen”, aldus de onderzoeker.
Let dus op bij een cursus Spaans of Frans; voor je het weet, sta je in het Engels met je mond vol tanden. De enige oplossing is om andere vreemde talen bij te houden. “Het is vooral een kwestie van Engels blijven trainen, dan kun je prima meerdere talen naast elkaar spreken”, besluit Lemhöfer.
Bron(nen): Radboud Universiteit