De technologiestichting STW en de Nierstichting werken samen met wetenschappers van het UMC Utrecht en de Universiteit Utrecht aan de ontwikkeling van een draagbare kunstnier. Wereldwijd zijn meer dan 2 miljoen mensen afhankelijk van nierdialyse, die ze meerdere keren per week moeten ondergaan in een ziekenhuis of dialysecentrum. Een draagbare kunstnier, die patiënten zelfstandig thuis kunnen gebruiken, zorgt niet alleen voor een betere kwaliteit van leven en veel meer bewegingsvrijheid voor de patiënt, maar ook voor goedkopere zorg. Om de huidige complexe dialyseapparatuur te kunnen verkleinen tot een draagbare kunstnier moeten de onderzoekers eerst een nieuw materiaal ontwikkelen dat ureum bindt. Daarmee moet het mogelijk zijn om fors minder spoelvloeistof te gebruiken tijdens de dialyse en de vloeistof zelfs te kunnen hergebruiken. Ureum is een afbraakproduct van eiwitten dat je normaal gesproken uitplast. Nierpatiënten moeten echter een hemodialyse ondergaan om het overtollige ureum en andere afvalstoffen kwijt te raken. De afvalstoffen komen dan terecht in de spoelvloeistof. Als je die vloeistof wil hergebruiken, moet je de afvalstoffen eruit filteren. Voor de meeste afvalstoffen lukt dat goed, maar ureum is erg lastig te verwijderen. Huidige verwijderingstechnieken gebruiken een stof die ureum afbreekt, maar daarbij komt het schadelijke ammoniak vrij. Het nieuwe materiaal waar de Utrechtse wetenschappers nu naar op zoek gaan, bindt ureum zonder dat daarbij ammoniak ontstaat. Dat maakt het mogelijk om de spoelvloeistof te hergebruiken zonder gevaar voor ammoniakvergiftiging.