Kinderen die op vroege leeftijd al met veel
stress te maken krijgen hebben minder kans op een
depressie door stress op latere leeftijd. Ook omgekeerd zorgt een rustige jeugd juist voor een grotere kans op een depressie tijdens stressvolle periodes. Zo blijkt uit een onderzoek, dat gepubliceerd werd in , van UMCG onderzoeker Esther Nederhof. Het is een algemene aanname dat stress de kans op een depressie vergroot. Het onderzoek van Nederhof toont aan dat deze relatie soms heel anders in elkaar zit. Nederhof onderzocht voor haar onderzoek ongeveer 1000 deelnemers, deze moesten allemaal 2 testen uitvoeren. Eerst een eentonige en saaie test, deelnemers die zich hier langdurig op wisten te concentreren waren heel goed in het richten van hun aandacht. In dit onderzoek werden zij de ‘sustainers’ genoemd. In de tweede test werd naar de prestaties van de deelnemers gekeken als ze er een tweede taak bij kregen. De groep die in staat was om snel te switchen zonder hun aandacht te verliezen werden de ‘shifters’ genoemd. Het onderzoek van Nederhof toont aan dat sustainers met een rustige jeugd een grote kans hebben om zich depressief te voelen bij een periode van veel stress. 'De mensen zijn niet per se gevoeliger voor stress, maar wel voor de mismatch tussen het stressniveau van hun kindertijd en het recente stressniveau.' Sustainers met een stressvolle jeugd hebben juist een kleinere kans op een depressie, het lijkt erop dat ze door hun jeugd goed zijn voorbereid op de stress en ermee weten om te gaan. Bij de shifters bestond er vreemd genoeg helemaal geen relatie tussen stress en depressie. 'Het lijkt erop dat deze groep mensen gewoon hun schouders ophalen en iets anders gaan doen', aldus Nederhof.