Nog altijd leeft de vraag of de toekomst van een
kind ontstaat door
nature of
nurture. Hoewel we graag geloven dat enkel de keuzes van het individu hier toekomstbepalend zijn, beweren verschillende wetenschappelijke onderzoeken dat veel karaktertrekken van een peuter iets vertellen over hoe zij later zullen worden:
Kleuters met geduld hebben een grotere kans om succesvol te worden. De kinderen zonder geduld hadden vaker last van stress, hadden meer moeite om vriendschappen te onderhouden en scoorden lager op hun eindexamens.
Baby’s die gevoed werden onder eigen voorwaarden kregen later een hoger IQ. Uit onderzoek blijkt dat baby’s die hun voeding kregen wanneer zij huilden later hoger scoorden op hun eindexamens dan baby's die hun voeding volgens een vast schema kregen.
Snurkende baby’s werden probleemkinderen. zij hadden 20 tot 100 procent meer kans om een agressieve dwingeland te worden. De leider van het onderzoek Karen Bonuck veronderstelde dat er door het gesnurk meer kooldioxide in de hersenen komt dan zuurstof, terwijl de baby nog steeds neurologische connecties aan het ontwikkelen is.
Kleine baby’s scoorden later slechter op examens. een studie in Engeland toonde aan dat baby’s die kleiner dan gemiddeld waren, later slechter presteerden op examens.
Kleuters met een slecht humeur gingen eerder gokken. In Nieuw Zeeland werden peuters met weinig zelfcontrole, stemmingswisselingen, impulsieve acties en een hoge mate van negatieve gevoelens onderzocht. Uit dit onderzoek bleek dat kleuters een verdubbelde kans hadden om later een gokverslaving te ontwikkelen. Kleuters die meer durfden werden sneller crimineel. Kleuters kregen twee geluiden te horen: een neutrale toon en het geluid van een enge walvis. De ene groep zweette van angst bij het walvissengeluid terwijl de andere groep geen enkel teken van angst liet zien. De deelnemers die later crimineel bleken te zijn, behoorden allemaal tot de groep zonder tekenen van angst.