Op Aarde regent het water. Maar dat is verderop in het heelal wel anders. Het 'sneeuwt' CO2 op Mars, het regent methaan op Titan, zwavelzuur op Venus en het kan diamanten regenen op Neptunus, aldus Science Alert.
Het type materiaal dat uit de lucht valt is haast zo gevarieerd als de planeten zelf. Maar nieuw onderzoek onder leiding van Kaitlyn Loftus van Harvard University concludeert dat hoe verschillend de stof ook is die naar beneden komt, de grootte van de druppels is overal ongeveer hetzelfde.
Daar zijn twee verklaringen voor: te kleine druppels verdampen voor ze op de grond aankomen en te grote druppels vallen uiteen in kleinere. Zelfs op grotere planeten was er geen enorm verschil in druppelgrootte. Regen op Jupiter of Saturnus heeft ongeveer dezelfde vorm en omvang als die op Aarde of Mars. Ook het materiaal waaruit de neerslag bestaat heeft nauwelijks invloed op de grootte van de druppels.
Op Titan regent het bijvoorbeeld methaan. De grootste methaandruppels zijn ongeveer twee keer zo groot als een gemiddelde regendruppel op aarde, ondank het gigantische verschil in zwaartekracht of neerslagpatronen.
Bron(nen): Science Alert