Het van gamers lijkt een stuk beter te zijn dat van niet-gamers. Dat blijkt uit onderzoek van van de Duke Universiteit in Durham. Het was behoorlijk lastig om niet gamende studenten te vinden, maar uiteindelijk deden er toch 125 personen mee aan het onderzoek. Onder de deelnemers waren intensieve gamers en niet-gamers. Elke deelnemer onderging een sensorisch geheugentest, waarbij 8 letters in een cirkelvormige opstelling voor slechts 1/10 van een seconde opflitsten. Na een korte vertraging (tussen de 13 milliseconden en 2,5 seconden), verscheen er een pijl die een bepaalde plek in de cirkel aanwees. Vervolgens aan de deelnemers de taak om aan te geven welke letter hier stond. Bij elke tijdsinterval deden de gamers het een stuk beter dan de niet-gamers. Ze waren een stuk beter in het herinneren van de ontbrekende letter. Volgens Appelbaum wordt het sensorische
geheugen van gamers blijkbaar steeds beter. ‘Ze hebben minder informatie nodig om een conclusie te trekken, en ze doen het ook nog eens sneller’, aldus Appelbaum. Eerder onderzoek toonde al aan dat gamers sneller reageren op visuele stimuli en dat ze meer voorwerpen kunnen volgen dat niet-gamers. Bij het spelen van een videogame, voornamelijk first-person shooters, zijn gamers continu bezig met wat ze te zien krijgen op hun scherm. Zo snel mogelijk beslissen wat ze zien er daar op anticiperen. Is het een tegenstander of een teamgenoot? Ga ik hier links of rechts? De wetenschappers onderzochten ook wat de gamers nu superieur maakte aan niet-gamers en keken naar 3 verschillende aspecten. Het zou zo kunnen zijn dat gamers beter kunnen zien, een beter visueel geheugen hebben of dat ze beter zijn in het maken van beslissingen. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat gamers geen beter visueel geheugen hebben, maar het lijkt erop dat er sprake is van beide andere factoren. De mogelijkheid bestaat dat gamers in één oogopslag meer zien en dat ze beter beslissingen kunnen maken met de informatie die beschikbaar is.