Onlangs is Kepler-186f ontdekt, een exoplaneet die veel weg heeft van de aarde en waar dus leven zou kunnen bestaan. Wat er niet bij werd gezegd, is dat het geen goed nieuws is als daar daadwerkelijk leven wordt gevonden. Het zou de kans vergroten dat de mensheid op den duur zichzelf vernietigt. Doordat we maar geen buitenaards leven vinden, wordt het steeds waarschijnlijker dat het onmogelijk is om over te gaan naar een intergalactische bevolking. Het wordt in de wetenschap wel de flessenhals of de ‘Grote filter’ genoemd: leven sterft uit, voordat het ander leven kan bereiken. De andere reden waarom er geen buitenaards leven wordt gevonden is dat er weinig leefbare planeten zouden zijn in al die miljarden sterrenstelsels. Die theorie wordt echter steeds meer ontkracht door de ontdekking van planeten als Kepler-186f. Iedere ontdekking van een levenloze planeet is een opluchting voor de wetenschap en wellicht ook voor de mensheid. 200.000 jaar lang doorstonden we supervulkanen, asteroïden en pandemieën. Maar wetenschappers zijn bezorgd over de gevolgen van de moderne tijd voor de mensheid. Zo zijn nucleaire wapens er nog maar kort en is onvoldoende onderzocht wat de gevolgen zijn van de radicale (bio)-technologische veranderingen, die er aan komen. Bron: De Morgen