Kinderen die opgroeien met een godsdienst, hetzij als christen hetzij als moslim, zijn minder aardig voor anderen dan kinderen uit niet-religieuze gezinnen. Dat blijkt uit een van 7 universiteiten van over de hele wereld. Volgens de onderzoekers heeft het
geloof een negatieve invloed op het altruïsme van kinderen. In het algemeen wordt aangenomen dat kinderen die opgroeien met een religie altruïstischer en vriendelijker naar anderen toe zijn. Religie zou ook van belang zijn voor de morele ontwikkeling, maar die veronderstellingen worden nu op wetenschappelijke basis onderuit gehaald. Aan het onderzoek namen bijna 1.200 kinderen deel van 5 tot 12 jaar uit de VS, Canada, China, Jordanië, Turkije en Zuid-Afrika. Bijna 24% was christen, 43% moslim en 28% niet-religieus. Er waren te weinig joodse, boeddhistische en hindoeïstische kinderen om de invloed van die godsdiensten apart te analyseren. Aan de kinderen werd gevraagd om stickers uit te zoeken. Daarna werd hen verteld dat er niet genoeg waren voor alle kinderen om te kijken of ze hun stickers wilden delen. Ook kregen ze een film te zien van kinderen die duwen en trekken om te kijken hoe ze daarop reageerden. Uit de resultaten blijkt dat de kinderen die opgroeien in christelijke of islamitische gezinnen De ouders van kinderen die religieus worden opgevoed zijn er daarentegen van overtuigd dat hun kinderen 'empathisch en gevoeliger voor het lot van anderen' zijn dan andere kinderen.