Er zijn zelfhulpboeken over vol geschreven, maar ook de serieuze wetenschap houdt zich met geluk bezig. Logisch, iedereen wil tenslotte gewoon gelukkig zijn. Maar helaas is dat niet altijd af te dwingen. Hoogleraar Meike Bartels schat dat veertig procent van het geluk genetisch is bepaald. Als biologisch psycholoog onderzoekt ze welke factoren bijdragen aan geluk en wat de genetische aanleg ervan is. "Ik definieer geluk als een positief gevoel waarbij je je goed voelt en goed functioneert," legt ze uit aan New Scientist. "Geluk wordt voor iedereen door andere factoren bepaald. Maar er zijn wel een paar zaken te benoemen die met geluk samenhangen. Zo laten studies bijvoorbeeld zien dat mensen die niet
roken gemiddeld gelukkiger zijn dan mensen die wel roken. Mensen met een koophuis zijn gemiddeld gelukkiger dan mensen met een huurhuis en een vaste baan draagt ook bij aan geluk." ‘Wat we wel zien, is dat geluk iets op zichzelf staands is. Het is niet alleen de afwezigheid van problemen. Zelfs mensen met een depressie kennen momenten van geluk." Ze noemt nog meer zaken die bijdragen aan geluk. "Wat bijvoorbeeld heel belangrijk is, is dat je het gevoel hebt dat je ertoe doet voor iemand. Je hebt een sociale relatie nodig met iemand. De één heeft een echtgenoot, kinderen en honderd vrienden over de hele wereld, de ander is alleenstaand en heeft één goede vriend. Dat maakt niet zoveel uit. Als je maar het gevoel hebt dat je waarde toevoegt aan iemands leven."
Autonomie "Een tweede factor is het gevoel hebben dat je zeggenschap hebt over je eigen leven. Sommige mensen, neem de leiders van machtige landen, willen heel veel zeggenschap. Andere mensen zijn graag volgzaam, maar ze moeten ergens wel het gevoel hebben dat ze iets te kiezen hebben."
‘Als derde is vertrouwen erg belangrijk. Een omgeving waarin je niemand kunt vertrouwen is funest. Dat zie je terug in gebieden waar corruptie aan de orde van de dag is. Dat geeft angst. Als je globaal naar geluk kijkt, dan zie je duidelijk de brandhaarden van de wereld terug."
Genetica Wat Bartels erg fascineert is dat mensen soms toch
ongelukkig zijn, ook al zijn alle theoretische factoren voor geluk aanwezig en andersom dat er mensen zijn die niets hebben en toch gelukkig zijn. Ze zoekt de oplossing in de genetica en heeft inmiddels enkele genen gevonden die mogelijk bijdragen aan het geluksgevoel.
"Met magnetische resonantie imaging (MRI) hebben we beelden gemaakt van de hersenen. We hebben gevonden dat een lagere geluksscore correleert met een kleinere hippocampus en een hogere geluksbeleving met een grotere hippocampus."
In totaal heeft ze 50 genetische varianten gevonden. "Dat is een prachtige vooruitgang. Maar daarmee verklaren we ongeveer 1 procent van de verschillen in geluk tussen mensen. Maar als ik twee of drie jaar geleden zei dat ik op zoek ging naar genetische varianten voor geluk, zei iedereen: ‘Dat is gestoord.’ Nu schatten we dat 40 procent van de verschillen in geluk door de genen komt."