Veel mensen vinden het moeilijk om niets te doen en alleen te zijn met hun gedachten. Dat is nu bevestigd door onderzoek van een team psychologen van de universiteit van Virginia. In een reeks van 6 studies vroegen ze honderden studenten om 6 of 15 minuten (afhankelijk van de studie) alleen te zijn in een kamer en zichzelf bezig te houden met hun gedachten. De meeste studenten zeiden na afloop dat ze het moeilijk vonden om zich te concentreren, dat hun geest afdwaalde en dat ze niet genoten van de ervaring (gemiddeld een 5 op een 9-puntsschaal en de helft van de studenten gaf een cijfer op of onder het midden van de schaal). De resultaten waren nagenoeg dezelfde als de proefpersonen in hun eigen huis tijd besteedden aan hun gedachten, als hen gevraagd werd om te
denken aan prettige dingen (bv. een mooie wandeling) en ook als het experiment herhaald werd met volwassenen in plaats van studenten. De persoonlijkheid (introvert of extravert) maakte ook niet veel verschil. Proefpersonen die zich bezig hielden met een activiteit, zoals lezen of naar muziek luisteren, beleefden daar consequent meer plezier aan. In een volgend experiment werden studenten gevraagd om 15 minuten alleen te zijn met hun gedachten. Ondertussen konden ze op een knop drukken die hen een elektrische shock zou toedienen. Van tevoren hadden ze allemaal gezegd dat ze bereid zouden zijn om te betalen om een dergelijke shock niet te krijgen. Toch diende 67% van de mannen en 25% van de vrouwen zichzelf minstens 1 schok toe in dit kwartier. De vraag dringt zich op in hoeverre dit fenomeen cultuurgebonden is. Met smartphones en in een 24-uurseconomie is het makkelijker om onze eigen gedachten te vermijden. Misschien zijn mindfulness en meditatie daarom ook zo populair: dan leer je technieken om met je eigen gedachten om te gaan.